
In mijn praktijk hoor ik vaak de vraag: “Ik wil ... loslaten, maar hoe doe ik dat? Het lukt me niet.”
Wat laat je los en wat pak je vast?
Loslaten
Om te beginnen: wát wil je eigenlijk loslaten? Niet je plezier, niet je belangrijkste waarden, niet je levensdoel, niet dat wat je blij maakt. Want die vervullen jou juist.
De behoefte om los te laten, slaat eerder op dingen die je eigenlijk niet wilt hebben: vermoeidheid, angst, pijn, onzekerheid, verdriet, stress etc. Een leven zonder momenten van ‘ongemak’ is echter een utopie. Het ontkennen, bestrijden of negeren van ongemak helpt daarom niet. Bijsturen waar mogelijk en vooral ermee leren omgaan, dat kan wel.
Vastpakken
Die ruimte kun je zelf creëren, en soms is een beetje hulp hierbij fijn. Hierdoor krijg je vanzelf meer aandacht voor de dingen die (positief) belangrijk voor je zijn, waar je wel graag tijd en aandacht aan besteedt. Die je wilt vastpakken. Weten wat jouw belangrijkste waarden en levensgebieden zijn, is hierin het kompas.
Hoe laat je los?
Tegenovergestelde van loslaten is vechten. Of vermijden en wachten tot de ‘ideale situatie’ zich aandient. Maar wat als die ideale situatie niet bestaat, of nog heel lang op zich laat wachten? Zou het mogelijk zijn om te handelen, terwijl het ongemak er is? Loslaten krijgt dan de betekenis van accepteren. Ongemak accepteren, een plek geven, er laten zijn, en ondertussen gewoon jouw pad vervolgen. Het ongemak hiermee iets kleiner makend.
Loslaten is daarbij niet één stap, maar eerder een reis. Een reis waarbij jij aan het roer zit. Hoe je dat precies doet is geen geheime truc, maar een maatwerk leerproces, afgestemd op de persoon.
Metafoor: Het leven is als een zeiltocht:
De dag ervoor kijk je naar de voorspelde weersomstandigheden.
Je weet waar je vertrekt en waar je gaat zeilen.
Je weet met wie en in welke boot.
Je trekt je zeilkleding aan en mogelijk een reddingsvest.
Je kiest je bestemming.
Eenmaal in de boot kijk je wat je tegenkomt.
Je richt je op het hier en nu.
Het roer en de zeilen houd je vast.
Je kijkt naar het windvaantje en naar het water.
De illusie dat je het weer of het water kunt veranderen laat je los.
Je doet het er gewoon mee en neemt dat mee in je beslissingen.
Kortom: je accepteert wat er is, past je handelen er op aan. Telkens opnieuw maak je je keuze wat te doen en je houdt je doel / bestemming daarbij in beeld.
Je komt in de flow van de reis en gaat er helemaal in op.
En die grillen van de natuur, teveel of te weinig wind en misschien wel regen, die horen erbij. Zo kun je ook naar je eigen ‘ongemak’ kijken: het is er gewoon, het mag er zijn, en de reis kan gewoon doorgaan.